Wat sportiviteit inhoudt, daarover verschillen de meningen. Waar sommigen sportiviteit gelijkstellen aan het voldoen aan de regels, gaan anderen verder. Fair play - zo stellen ze - kan aan een sporter allerlei eisen stellen, die niet direct voortkomen uit een regel. Een interessante kwestie is bijvoorbeeld in hoeverre je de andere sporter mag vernederen. Ik ken geen sport waarbij het in de regels is opgenomen dat je de ander niet mag vernederen. Mijn ervaring is echter dat dit in de meeste sporten wel een no-go is. Maar de vraag is natuurlijk dan wel waarom het vernederen van de tegenstander niet juist zou zijn.

Puurheid in de sport
 

In hoeverre is het fout als je als sporter je tegenstander vernedert door met grote overmacht te winnen?


Een argument voor dat je als sporter de ander niet moet vernederen, geeft Theo Bos in het boek De man en zijn fiets van Wilfried de Jong. Theo Bos is een succesvol wielrenner die zowel actief is op de weg als op de baan. Hij werd vijf keer wereldkampioen en kent vele overwinningen. Nu weet ik niet of Bos dit nog steeds vindt, maar het is waardevol om dit interessante argument eens te verkennen.

In gesprek met De Jong verwijst Theo Bos naar Piet Moeskops, gerenommeerd sprinter uit de jaren '20 van de vorige eeuw [1]. Theo zoekt - zo beschrijft Wilfried - naar een passage uit het boek over Moeskops:

"Moet je horen. Hier heb ik hem. Moeskops zegt dat je bij een sprint je tegenstander niet te hard mag passeren. Met twee lengtes verschil winnen is niet goed. Dan toon je geen respect. Je moet nooit hard doorrijden om één lengte van een fiets te pakken op de ander."

Het gaat volgens Bos hier om de puurheid van de sprint en dat een echte sprint pas op de streep wordt beslist. En je daarom een tegenstander niet te hard moet passeren.

Het is een interessant argument waarbij het dus niet gaat over hoe de winst gevierd wordt. Daar gaat het niet om. Natuurlijk kan een sporter - ongeacht of het een kleine of grote overwinning is - met weinig respect een overwinning vieren. Door de ander uit te lachen, bepaalde gebaren te gebruiken of door bepaalde woorden te gebruiken. Maar dit staat los van de winst: ook een kleine overwinning kan op gelijke wijze vernederend worden gevierd.

Puurheid

Hier is het argument anders. Het standpunt van Bos / Moeskops is dat het laten zien dat je met grote overmacht wint al niet juist is. Het doortrekken naar twee lengtes verschil is an sich al niet juist als baanwielrenner.

Waarom? Omdat dit niet past bij de puurheid van de sport. Omdat het dan geen echte sprint is die op de streep wordt beslist. Omdat het geen eerlijk gevecht is / was. [2]

Tegenstanders zullen nog niet overtuigd zijn en zich verschillende dingen afvragen:
  • waarom maakt een beslissing op de streep een sprint (pas) een echte sprint?
  • waarom is een echte sprint een teken van de puurheid van het baanwielrennen? Bij wegwedstrijden is het heel normaal om met meer dan een fietslengte voorsprong te winnen. Waarom zou met grote overmacht winnen niet passen bij het pure baanwielrennen?
  • waarom zou een pure sprint gebaseerd zijn op een eerlijk gevecht?
  • én meer algemeen: waarom moet de sporter de puurheid van de sport koesteren?

Gelijkwaardigheid en eerlijkheid

Anderen zullen deze vragen aanhoren maar toch niet gaan twijfelen en nog steeds vinden dat je niet met een te grote voorsprong zou mogen winnen. Het basisidee van sprinten - dus van het pure sprinten - is volgens hun dat je twee gelijkwaardige sporters op een gelijkwaardige fiets zet om ze over een gelijke afstand te laten bepalen wie het eerst over de finishlijn gaat. Als je vervolgens ziet dat een wielrenner ruim wint, dan voldeed de sprint niet aan het basisidee van gelijkheid / gelijkwaardigheid. En kun je dus niet spreken van een eerlijke sprint.

Het doet me denken aan hoe een neefje van mij ooit kwam vertellen hoe hij mijn andere neefje "helemaal compleet had weggespeeld" en met 16-0 had gewonnen met een potje één-op-één-voetbal. Hij was 14, zijn tegenstander 6. Ergens wringt dit, althans bij de meeste van ons. Wat mijn neefje deed - met ruime cijfers winnen - had toch niets met sport te maken? Of is het feit dat hij een spel heeft gespeeld dat hij kon afsluiten met winst al genoeg? Waarom moeten tegenstanders aan elkaar gewaagd zijn? Waarom moet sprake zijn van een gelijke en hiermee eerlijke wedstrijd?

Respect binnen de sport

Tegenstanders zullen daarnaast zeggen dat het juist een teken is van respect als je wint zonder jezelf in te houden [3]. Jezelf inhouden is kleinerend, het is juist (te) paternalistisch. En is hiermee niet eerlijk. Door richting je tegenstander, maar ook richting toeschouwers een vals beeld te geven, ben je oneerlijk. Ongeacht of hier een reden voor is - bijvoorbeeld dat het om tactische redenen goed kan zijn om niet met overmacht te winnen - moet je dit gewoon doen. Eerlijk ten opzichte van de ander zijn, betekent jezelf niet inhouden. Om het eergevoel van de ander.

Je kunt het vergelijken met de wijze waarop Armstrong (in het geel) aan Pantani op de Mount Ventoux de overwinning schonk. Dit behoorde Armstrong niet te doen, zo wordt vaak beredeneerd [4].

Daarnaast is het volgens sommigen sowieso onzin om te spreken over een eerlijke wedstrijd of een eerlijk gevecht. Je gaat dan menselijke eigenschappen toeschrijven aan een wedstrijd of gevecht. De morele vraag is alleen in hoeverre sporters ten opzichte van elkaar eerlijk moeten zijn. En door je in te houden, ben je dat niet.

Dit zal de liefhebbers die vooral kijken naar de puurheid - of misschien beter de grondvorm - van het baanwielrennen (of andere sport) echter waarschijnlijk niet overtuigen. Je even inhouden mag dan misschien niet helemaal eerlijk zijn richting de ander (die het ook wel vaak weet trouwens), maar het is wel een teken van respect voor de ander in het licht van wat de essentie is van de sport. Of daarom beter gezegd: het is respect voor de sport?

Eens over nadenken 🤔

Ed.
__________

1. Interessant is dat volgens Wiki Moeskops  (destijds) zelf ook niet van onbesproken gedrag was. Met name hoe hij eens de Nederlandse vlag om zijn fiets knoopte, zou hebben geleid tot discussie. Moet ik eens nazoeken. Maar de vraag die hierachter schuilgaat is natuurlijk wel hoe je als sporter met de driekleur behoort om te gaan.

2. Kenners zullen de nevenschikkende structuur van deze argumentatie herkennen. Steeds volgt een argument op het argument ervoor.

3. Natuurlijk zijn er meer argumenten om de vooronderstelling die hieraan ten grondslag ligt - je moet een tegenstander altijd met respect benaderen - ter discussie te stellen, maar daar kom ik later op terug.

4. Zie
bijvoorbeeld deze fijne bespreking op Sporza, waar we ook Armstrong dit horen zeggen.