Soms wordt aan me gevraagd wat sportethiek is en wat ik - als sportfilosoof of sportethicus - nu precies doe. En hoe zich dit verhoudt tot sportcoaching of psychologische begeleiding. Vaak is de onderliggende vraag: "Sportethiek, wat is dat nu?" Een van de praktische vragen hierbij is dan bijvoorbeeld in hoeverre praatprogramma's over sport (denk aan Veronica Inside of Studio Voetbal) al niet aan sportethiek doen. Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden, moet je natuurlijk eerst de vraag beantwoorden wat je precies onder sportethiek kunt verstaan. Want afhankelijk van wat je definitie van sportethiek is, vallen sommige zaken er wel onder en andere niet. In deze  bijdrage zal ik proberen dit te verhelderen.


Wat is sportethiek
 
En om dan meteen met het slechte nieuws te beginnen: er is helaas niet één definitie van sportethiek. Als je gaat opzoeken wat sportethiek inhoudt, zul je meerdere definities vinden. Dé definitie van sportethiek, een beschrijving waarover dus overeenstemming bestaat, is er niet. Toch zijn er wel enkele terugkerende criteria te onderkennen als het om het begrip 'sportethiek' gaat.

Deze komen wat mij betreft terug in de volgende definitie:

Definitie

Sportethiek is het vakgebied dat kritisch en systematisch nadenkt (reflecteert) over sport in het algemeen en wat in dit licht de juiste sportbeoefening is in het bijzonder.

Kritisch en systematisch nadenken / reflectie
Deze definitie maakt reeds duidelijk dat met sportethiek niet verwezen wordt naar een set normen of richtlijnen waar je als sporter maar aan te houden hebt. Soms hoor je dat wel. Dan zegt iemand: ja, die sporter handelt niet ethisch. Maar dit is een ander gebruik van het woord ethiek dan wat ik bedoel (dus als je het gebruikt als sportethiek). Je kunt dan beter zeggen: ja, die sporter handelt immoreel. Maar in de praktijk hoor je dit natuurlijk niet.

Als het echter gaat over sportethiek, dat gaat het in eerste instantie over nadenken, over reflecteren. Met kritisch wordt hier niet iets negatiefs bedoeld. Vaak denken mensen daar wel aan bij het woord kritisch. Zeker binnen de sportwereld. Als een analist negatief is over de prestaties van een bondscoach, dan wordt gezegd "zij is kritisch".

Hier wordt echter kritisch in positieve zin bedoeld. Dat je constructieve manier probeert na te denken over sport en juiste sportbeoefening. Hier vind je wel een aardige uitleg van wat positief-kritisch-zijn inhoudt. De nadruk ligt op het doen van onderzoek, van het bevragen en verhelderen van kennis. Wat wordt bedoeld met dit of dat begrip? Klopt dat wel? Is er wel bewijs voor? Et cetera. Hierin verschilt de ethicus vaak van een analist.
 
Dit positief-kritische maar ook met dat het gestructureerd denken is, heeft te maken dat ethiekbeoefening eigenlijk een onderdeel uitmaakt van de filosofie. Filosofie staat voor de liefde (filo) voor wijsheid (sofie). Ook ethici zijn op zoek naar wijsheid. Uiteindelijk met name naar wat wijs handelen is voor een sporter, een coach, een jurylid, een bestuurders, supporter, et cetera. Dat doe je door logisch te redeneren, door drogredenen te onderkennen, door gestructureerd te komen tot diepgang en betere antwoorden. Of vaak ook: betere vragen.

Soms wordt mij echter wel eens gevraagd wat ik van een bepaald onderwerp of kwestie vind. De vraagsteller heeft dan vaak de hoop dat ik een duidelijke mening heb die sterk moraliserend van aard is en het liefst de mening van die persoon bevestig ("Louis van Gaal deugt niet", "De penalty die Hamilton kreeg nadat hij Max Verstappen aanreed, was schandalig laag", "Het bestuur van de KNVB handelde niet correct door in te stemmen met een WK in Qatar", enzovoort).

Helaas moet ik dan vaak teleurstellen. De meeste ethici reflecteren over sport. Denken na over sport en wat juiste sportbeoefening is. Dit begint met het opschorten van je oordeel. Sportanalisten zijn hier misschien minder goed in?

Een voetbalanalist zou kunnen zeggen "ik vind dat je als sporter - of deze sporters - niet naar Qatar zou moeten gaan om daar aan een wedstrijd deel te nemen!". Als sportfilosoof zou ik willen weten welke redenen hiervoor worden aangedragen. En welke tegenargumenten overwogen zijn. En hoe dit past bij andere uitspraken van de analist. En wat de analist verstaat onder belangrijke begrippen in deze discussie.

Vakgebied: van wetenschap tot praktische filosofie
Dit laat wel zien dat het meer is dan alleen wat nadenken. Bij ethiek - als onderdeel van de filosofie - kun je spreken van een eigen vakgebied. Met eigen theorieën, (soms) eigen taalgebruik, eigen gewoontes, et cetera. Met eigen literatuur, publicaties, verenigingen, methodes, ...

In de praktijk zie je vervolgens dat het afhankelijk is van de sportethicus met wie je spreekt, in hoeverre deze hier meer of minder gebruik van maakt. Zelf houd ik het graag zo praktisch mogelijk (en vind ik het interessanter om sporters, coaches, studenten, e.d. te ondersteunen in het nadenken over morele kwesties dan artikelen te schrijven die alleen een paar wetenschappelijke vakgenoten lezen). Maar aan universiteiten kun je zelfs promoveren op dit onderwerp. Door onderzoek te doen, door artikelen te schrijven. Ik houd het echter graag praktisch: de kennis die dit oplevert, zet ik dan weer in tijdens de gesprekken die ik voer.

Betekenis voor mensen / goede sportbeoefening
De sportethiek denkt na over wat sport en dan met name over wat de juiste manier van sportbeoefening is. Binnen de ethiek wordt nagedacht over de moraal: over de waarden en normen. En dit roept allerlei vragen op. Bijvoorbeeld of sport moet bijdragen aan het menselijk geluk. Maar ook: moeten normen / regels altijd nageleefd worden? En is valsspelen altijd fout? Welke criteria kun je eigenlijk hanteren om iets als vals spelen te bestempelen? En waarom is iets bij de ene sport iets valsspelen en bij de andere sport alleen maar slimmigheid?

Sommige ethici houden als gezegd het hierbij vrij algemeen (is bij waterpolo alles onder water toegestaan zolang de scheidsrechter het niet ziet?) tot zeer algemeen (in hoeverre zijn regels die niet gehandhaafd kunnen worden - zoals sommige regels bij waterpolo - nog wel steeds regels te noemen?). Anderen houden zich graag bezig met concrete vragen: wat vind ik als individuele sporter die waterpolo beoefent nu van een bepaalde regel of van doping of van ...

Je ziet trouwens vrij recent een beweging dat ook steeds meer maatschappelijke kwesties op het bordje van de sporter, coach, jurylid of bestuurder komt. Dat er issues zijn in de samenleving waar met name een sporter "ineens" een mening over moet hebben.

Natuurlijk worden aan sporters de volgende vragen gesteld (waarover ethici dan iets meer grondiger nadenken of mee helpen nadenken): Wil je wel aan een wedstrijd deelnemen in een dictatoriaal land? Welke financiële grenzen stel je aan sportbeoefening, of In welke mate sta je doping toe? Het is goed om daar over na te denken en veel mensen in de sportsector doen dat.

Maar de laatste jaren zie je ook de volgende vragen gesteld worden: Welk standpunt heb je over racisme en discriminatie? (wil je wel in dat tv-programma?), Hoe kijk je tegen de #metoo-campagne aan die je bond in gang heeft gezet? Wat doe jij op dit gebied? of Wat vind je van de huidige coronamaatregelen? Of: Vind je wel dat je Facebook of Instagram - waar je duizenden volgers hebt - kunt gebruiken gezien de grote inbreuk op de privacy die soms genoemd wordt? Of: Vind je wel dat je zo over de wereld kunt reizen als sporter gezien de huidige klimaatcrisis?

Enerzijds zijn deze vragen niet typisch voor alleen de sporter. Anderzijds kan het zijn van sporter (of coach, bestuurder, et cetera) de beantwoording van de vraag wel anders maken. Dit raakt natuurlijk ook de meer fundamentele vraag in hoeverre politiek en sport samengaan. Sportfilosofen denken daar ook over na.

Sport in brede zin
Ondanks dat ik me qua voorbeelden vaak richt op de topsport, laat bovenstaande definitie zien dat de sportethiek de sport in de meeste brede zin van het woord bestudeerd en bespreekt. Sportethiek is echt meer dan (met sporters) nadenken over bekende thema's als doping, omkoping, mensenhandel, geweld en discriminatie. Natuurlijk is het ook interessant om over deze onderwerpen kritisch na te denken en van gedachten te wisselen maar ook andere onderwerpen binnen de sport verdienen onze aandacht.

Bijvoorbeeld na te denken over de maakbaarheid van de mens in relatie tot sport. Maar ook in hoeverre je als amateurvereniging je moet "luisteren" naar de algemene bond. Of bijvoorbeeld in hoeverre je rekening moet houden - wat betreft contributie - met armoede onder je leden?

Tot slot

Ter overweging, maar misschien is het begrip sportanalist eigenlijk wel misleidend. Veel sportanalisten geven namelijk niet enkel een analyse maar evalueren ook. Hiermee bedoel ik dat ze ook een mening geven. Dit gaat verder dan enkel het ontleden en verhelderen van een situatie. Veel analisten geven ook hun mening nadat ze een situatie hebben bestudeerd. Of niet zelden alleen het laatste: hebben ze een mening, zonder de situatie goed bestudeerd te hebben. Helaas weet ik echter geen ander wordt dan analist.