Een specifieke vorm van onjuist oordelen en beslissen is rationaliseren. Hiermee wordt het (psychische) proces bedoeld waarbij een mens al onbewust een oordeel heeft gevormd of een beslissing heeft genomen om vervolgens alle argumenten zo uit te leggen dat deze het oordeel ondersteunen. Onderzoek laat zien dat alle mensen dit doen. Bij al je oordelen is het noodzakelijk je hiervan bewust te zijn. Wil je proces zelf ervaren? Mogelijk dat dit gedachte-experiment van Haidt hiervoor zorgt (bij veel mensen wel namelijk).

Rationaliseren binnen de sport

Het gedachte-experiment

Sebastiaan en Kim zijn broer en zus. Ze zijn samen voor een sporttoernooi in Zuid-Frankrijk. Ook trekken ze wat rond. Op een mooie avond overnachten ze alleen in een tentje vlak bij het strand. Na een gezellige avond en een mooie zonsondergang besluiten ze dat het interessant en leuk zou zijn als ze probeerden met elkaar te vrijen. Ze zijn niet bang dat Kim zwanger zal worden. Ze slikt namelijk de pil. Voor de zekerheid gebruikt Mark daarnaast toch ook nog maar een condoom. Ondanks dat ze ervan genieten besluiten ze dat het bij deze ene keer blijft. Dit is hun geheim. Ze voelen zich na deze avond nog meer met elkaar verbonden.

Beantwoord nu de volgende morele vraag: vind je het moreel juist dat twee volwassenen die broer en zus zijn met elkaars instemming met elkaar vrijen? Dat een broer en zus op deze manier seks mogen hebben? Motiveer je antwoord!

De meeste mensen zeggen onmiddellijk “nee” op bovenstaande vraag¹. Wat kan deze morele conclusie echter rechtvaardigen? Vaak wordt als eerste argument gegeven dat het een vorm van incest is dat voorkomen moet worden omdat het leidt tot genetische afwijkingen in het nageslacht. Het probleem is echter dat Sebastiaan en Kim voorbehoedsmiddelen hebben gebruikt.

Als mensen hierop gewezen wordt, volgt vaak als tweede argument dat het emotioneel schadelijk is. Er staat echter duidelijk beschreven dat ze het beiden prettig vonden en dat de band alleen maar sterker is geworden.

Toch overtuigt dit ook nog niet iedereen: nieuwe argumenten worden gezocht om een eerste afkeurende intuïtie te kunnen rechtvaardigen. Nu zijn er misschien goede argumenten om het gedrag van Kim en Sebastiaan moreel af te keuren, maar ik hoop dat je inziet welk proces kan plaatsvinden in je gedachten.

Eerst vel je onbewust een oordeel en vervolgens zoek je hier deels bewust, deels onbewust de juiste argumenten voor
. Je rationaliseert. Het zou echter logisch gezien beter zijn als je andersom zou redeneren: je gaat eerst op zoek naar argumenten en vervolgens vel je een oordeel. Dat de conclusie volgt uit de argumenten; niet dat je de argumenten zoekt voor het standpunt.

Rationaliseren binnen de sport

Ook binnen de sportwereld zie je vele vormen van rationaliseren terug. Met name ideeën over hoe de ander "is", kunnen zo sterk worden, dat niet meer helder wordt gedacht. Heel zwart/wit zie je dan: ik als sporter vind dat X wel deugt, dus alles wat zij doet is goed. Of ik vind dat Y niet deugt, dus alles wat zij doet is niet oké. En vervolgens wordt alleen bevestiging gezocht voor dit standpunt.

Dit kan spelen tussen sporters, maar ook tussen sporters, coaches, analisten en journalisten. En andersom natuurlijk.

Een voorbeeld is als een speler van te voren een mening heeft - negatief - over zijn tegenstander en alles wat de tegenstander doet alleen maar negatief inkleurt. Dat de ander een bal buiten het spel speelt en dat dan meteen wordt gedacht "tja, alles om tijd te rekken". Dat de ander het oprecht deed omdat sprake was van een blessure wil er niet in. En als de ander sowieso iets goed doet, wordt niet gezien. Je kunt dan spreken van tunnelvisie.

Bij sommige analisten zie je het ook (of is dit mijn tunnelvisie? 😊). Dat een analist de sporters die hij bespreekt ook zwart/wit benadert, vanuit het idee in hoeverre de sporter wel of niet deugt. Deugt de sporter? Dan is alles wat de sporter doet goed of een verwaarloosbaar foutje. Deugt de sporter niet? Dan is er niets goed. Goede analisten zien echter slechte sporters ook goede dingen doen en goede sporters ook soms slechte dingen doen.

Vergelijkbare vormen zijn matige oordeelsvorming kunnen ook het geval zijn als iemand redeneert vanuit de volgende aannames:
  • "Bestuurders zonder topsportervaring kunnen geen goed bestuurder zijn."
  • "Bestuurders deugen niet want het is hun alleen maar te doen om aandacht."
  • "Je kunt geen topcoach zijn als je zelf niet op niveau gesport hebt"
  • "Ervaring in sport X maakt dat je niet iets kan doen in sport Y"
In hoeverre deze aannames opgaan, zal afhangen van de sport / persoon. Maar als iemand dit als uitgangspunt neemt van alle redeneringen en niet in wil zien dat er ook uitzonderingen zijn op de regel (als deze regels opgaan), dan kan sprake zijn van rationaliseren. Gezocht wordt naar argumenten waaruit blijkt dat de aanname wel moeten kloppen.

Maar als gezegd, is iedereen hier gevoelig voor. Ook sportfilosofen 😉 Dus het is niet iets om de ander meteen te verwijten. Maar wel goed om je bewust van te zijn en te herkennen.

 


Noten
[1] Haidt, J., The emotional dog and its rational tail: a social intuitionist approach to moral judgment, in: Psychological      Review, 2001, vol. 108, bladzijde 814-834. Dit gedachte-experiment is met toestemming overgenomen van Vraagzin.nl.